Dwergen Show
De Kleurdwerg.
Het land van oorsprong is Nederland.
Is in Nederland erkend in 1940.
Puntenschaal Kleurdwerg
Positie Onderdeel Punten:
1 Gewicht 10
2 Type, bouw en stelling 20
3 Pels en pelsconditie 20
4 Kop en oren 15
5 Tekening 15
6 Kleur 15
7 Lichaamsconditie en verzorging 5
----------
Totaal: 100 punen
Predikaten punten
U = Uitmuntend 100 - 98 F = Fraai 97,5 - 95 ZG = Zeer goed 94,5 - 92 G = Goed 91,5 - 98
V = Voldoende 88,5 - 86 O = Onvoldoende 0
1. Gewicht
Het gewicht is 800 tot 1250 gram.
Puntenschaal voor het gewicht:
Gewicht in gram 800-870 880-940 950-1.200 1.210-1.250
Punten 8 9 10 9
2. Type, bouw en stelling
Het type is geblokt (typegroep D), met zeer korte hals (zogenaamd halsloos), fraaie ronde contouren en goed gevulde achterhand. De benen zijn recht, kort en stevig. De voeten zijn kort en goed gesloten. Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. De staart is klein en smal en wordt nauwsluitend tegen de achterhand gedragen.
3. Pels en pelsconditie
De pels is iets korter dan normaal, dicht ingeplant, heeft een normale hoeveelheid onderhaar en is iets fijn van structuur. Pelsconditie: zie het algemene gedeelte.
4. Kop en oren
De kop is bolvormig met breed voorhoofd en sterk gebogen neusbeen. De kaken, wangen en snuit zijn breed en sterk ontwikkeld. De ogen zijn groot en uitspringend. De oren zijn fijn van structuur met lichtelijk afgeronde oortoppen en worden strak en nauwsluitend gedragen. De inplanting is zo nauw mogelijk. De oren zijn dicht en zeer kort behaard. De oorlengte is 4 - 6 cm, ideaal is ongeveer 5,2 cm. Aaneengesloten vormen de oren een vlak in de vorm van een gelijkbenige driehoek.
5. Dek- en buikkleur
Dit verschilt per kleur of patroonsoort.
6. Tussen- en grondkleur
Dit verschilt per kleur of patroonsoort.
7. Lichaamsconditie en verzorging
Verzorging van de gehele kleurdwerg.
Lichte fouten
Geringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Iets grove benen. Iets lange benen. Iets dunne benen. Iets zwakke voorbenen. Iets lange pels. Iets slappe pels. Iets weinig onderhaar. Iets lange beharing aan oorbasis of op oren. Iets weinig behaarde oren. Iets zwaar behaarde oren. Iets hoekige kopvorm. Iets vlakke schedel. Iets gleufje in schedel. Iets insnoering tussen snuit en wangen. Niet geheel bolvormige kop. Iets grove oren. Iets afwijkende oorstructuur. Iets wijde oorstand. Niet geheel aan elkaar sluitende oren. Iets platte oortoppen. Zie verder voor lichte fouten kleur enzovoort in het algemene gedeelte.
Zware fouten
Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Te grove benen. Te lange dunne benen. Doorgezakte voorbenen. Te lange pels. Te slappe pels. Te weinig onderhaar. Te grove oren. Te wijde inplanting van de oren. Geheel niet sluitende oren. Te dun behaarde oren. Zie verder voor zware fouten kleur enzovoort in het algemene gedeelte.
BLAUW
De dekkleur is zuiver glanzend staalblauw, van neuspunt tot staarteinde egaal. De borst- en buikkleur is gelijk met dien verstande dat ze over het geheel wat doffer is (minder glans). De snorharen zijn blauw. De nagelkleur is donkerhoornkleurig. De oogkleur is blauw. De tussenkleur volgt de dekkleur zo ver mogelijk. Hoe dieper zich het blauw naar de wortel uitstrekt, hoe beter. De grondkleur is van een iets lichtere nuance.
CHINCHILLA
De dekkleur wordt gevormd door lichtgrijze dekharen, die voorzien zijn van een zwarte top (ticking) van ongelijke lengte. De ticking dient regelmatig te zijn. De lichtgrijze kleur met zwarte, golvende ticking strekt zich uit over kop, oren, dek, borst, zijden, voorzijde voorbenen en de buitenzijde van de achterbenen. De triangel is klein en wit. De oren zijn zwart omzoomd. De bovenkant van de staart is donker door een sterkere zwarte ticking dan die van de dekkleur. De buikkleur is wit, evenals de onderzijde van de staart, de achterzijde van de voorbenen, de binnenzijde van de achterbenen, de onderzijde van de kop en de oogringen. De oogkleur is donkerbruin. De nagels zijn donkerhoornkleurig. De snorharen zijn zwart, uitgezonderd die in de kaakrand staan. Deze hebben de kleur van de kaakrand. De tussenkleur is wit, ongeveer 5 mm breed, scherp begrensd en aan de bovenzijde voorzien van een smalle scherp begrensde zwarte ring. De grondkleur van het dek is blauw. Deze blauwe grondkleur is breder dan de witte ring. De grondkleur van de triangel is blauw. De grondkleur aan de buik is donkerblauw.
WITTE VAN HOTOT
Om de ogen bevindt zich een zwarte omzoming die, inclusief de oogleden een breedte heeft van 3-5 mm met een ideale breedte van 4 mm. De oogomzoming dient strak belijnd te zijn, zonder onderbreking en vrij van uitlopertjes. Aangezien de Witte van Hotot geen lichaamstekening heeft, in tegenstelling tot andere tekeningrassen, wordt de intensiteit van de zwarte oogomzoming aan een nadere beschrijving onderworpen en als waardevol onderdeel gehonoreerd. De zwarte kleur dient zo diep mogelijk te zijn, waarbij de kleur van de oogleden deze moet ondersteunen.
Kleur
De kleur van de pels moet over het gehele lichaam helder wit zijn met fraaie glans, zonder gele of grijze aanslag of inmenging van anders gekleurde haren of vlekken. De kleur van het oog is zuiver donkerbruin. De kleur van de nagels zijn kleurloos.
Feh
De dekkleur is donker gouwenaarkleurig met een lichte bruine waas. Ze is vrij van roestige aanslag en vrij van witte haren en witte haartoppen. De buikkleur is wat matter gekleurd dan de dekkleur. De oogkleur is blauwgrijs en toont onder bepaalde belichting een rode gloed. De nagels hebben dezelfde egale hoornkleur. De snorharen zijn blauw. De tussenkleur is grijsblauw, hoe verder deze kleur zich naar de wortel uitstrekt, hoe beter. De grondkleur volgt de dekkleur en is niet scherpbegrensd.